Capucijners met spek en worstjes. Winterkost in de lente. Ik vond dat het met de temperaturen van de afgelopen week best nog wel een keertje kon.
Een variant op dit recept at ik een aantal jaren geleden bij mij zus en sindsdien maak ik het af en toe. Het is geen sexy gerecht, maar het is heel eenvoudig, niet duur, het geeft weinig afwas (heel belangrijk) en wij vinden het lekker.
Capucijners met spek en worstjes (2 volwassenen en 2 jonge kinderen)
- olijfolie
- 1 ui
- 250 gram spekreepjes
- 8 runderchipolataworstjes
- 2 blikken tomatenblokjes à 400 gram
- 1 pot malse veldertjes, jonge capucijners, 680 gram
- scheut rode wijnazijn
- zout en peper
- Snijd de ui fijn en bak deze in een scheut olijfolie in een grote koekenpan zachtjes glazig.
- Voeg de spekreepjes toe en bak deze uit (hoeft niet helemaal krokant, maar zoals je ze lekker vindt).
- Schuif ui en spekreepjes naar de buitenkant van de pan en leg de worstjes erbij. Bak ze rondom aan.
- Voeg de blikken tomatenblokjes toe, een scheut rode wijnazijn en wat zout en peper en laat tien minuten heel zachtjes pruttelen.
- Spoel de capucijners af en voeg toe.
- Verwarm het gerecht goed door.
Je kunt eventueel bij stap 4 ook een klein schepje suiker toevoegen. Dit neemt het zure van de tomaten en azijn een beetje weg zonder dat het verder veel met de smaak van het gerecht doet.
Ik heb gekozen voor runder chipolataworstjes. Dit hadden ook varkensworstjes kunnen zijn, of lamsworstjes. Kies wat je lekker vindt en dat geldt natuurlijk ook voor het aantal worstjes dat je wilt bereiden.